Onvergetelijk vrijwilligerswerk in het buitenland


Loes in Ocotepec, Mexico




Buenas noches Belgica! (mail 11 februari 20104)


Ik schrijf jullie dit bericht uit Ocotepec, waar de mist elk uitzicht inpalmt, de kindjes niet veel kleren hebben, men bij elke maaltijd bonen eet en er maar enkele uren per dag elektriciteit en licht is. Inderdaad, ik heb me moeten aanpassen (en ’t is nog niet helemaal gelukt).


De hele dag door stel ik vragen om het dorp rond mij te begrijpen, en moet ik ook heel wat vragen beantwoorden. Bij de meeste vragen sta ik met mijn mond vol tanden. Want wat antwoord je als ze je vragen waarom jij geen zwart haar en zwarte ogen hebt? En waarom heb je eigenlijk geen 10 broers en zussen? En wat is een trein? En waarom word je geen zuster als je wel bij de zusters woont? En hoe kan je de dag doorkomen als je geen patatten, rijst en tortilla’s eet als ontbijt? En waarom ben je zo groot? En waarom woon je niet bij je papa?


Al het evidente wordt hier minder evident. Mijn bergschoenen zijn hier nuttig, maar hilarisch voor de plaatselijke bevolking. Zij bewandelen dezelfde wegen met kapotte teensletsen (en laat ik maar eerlijk zijn: ze gaan daarmee sneller vooruit dan ik op mijn “degelijke kwaliteitsschoenen”). Mijn trekrugzak komt me natuurlijk goed van pas, maar voelt belachelijk groot want er zit meer materiaal in dan de meeste mensen hun volledige inboedel. En ik voel me een overdreven stadsmeisje als ik verse kleren wil aandoen als mijn andere vuil zijn. Het is niet dat iemand een probleem maakt van al deze dingen, het is meer ikzelf die me bewust word van al hetgeen ik heb.



Laat ik jullie teleurstellen (of blij maken) door een illusie te doorprikken: ik keer niet bruin terug. Het idee dat ik hier in short en topje met een sombrero op mijn hoofd loop te kuieren in de zon, klopt niet helemaal. Eerst en vooral dragen de Mexicanen bijna geen sombrero’s, met uitzondering van de verkopers van prullen dicht bij toeristische trekpleisters. Verder draag ik mijn shorts en topjes niet, geen enkele Mexicaan draagt zo’n ‘blote’ kleren, dus ik voel me veel te naakt naast hen in zo’n outfit. En ten slotte zijn er pakweg twee dagen in de week waarbij de zon schijnt, maar voor de rest is Ocotepec het slachtoffer van het weer hoog in de bergen: mist, mist, mist en regen. Op vele dagen kan je niet verder kijken dan de 20 meter voor je. Het beeld van de Mexicanen om me heen mag dus aangepast worden van sombrero’s naar paraplu’s. En onder die paraplu draagt elke vrouw een grote sjaal om zich heen gewikkeld met daarin een baby aan de borst. Dit gecombineerd met kleren die vaak vuil of gescheurd zijn, geeft je al een beter beeld van de gemiddelde inwoner van Ocotepec.

 

Andere vooroordelen over Mexico kan ik wel bevestigen: zij zijn dol (lees: verslaafd) op tortilla’s en chili. Alles wat ze eten proppen ze in zo’n tortilla en dompelen ze in pikante chili. Gisteren kookte ik macaroni met kaas en hesp voor hen… Ze vonden het heerlijk, maar binnen de 2 minuten werd de kaassaus rood van hun chili en lag alles in hun tortilla. En oja, ze eten ook bij alles bonen, of het nu ochtend, middag of avond is. Om eerlijk te zijn vind ik macaroni met zwarte bonen walgelijk, maar zij vonden het een prachtige Belgische-Mexicaanse combinatie.

 

Nadat ik mijn eerste week als toerist in Mexico City en Tuxtla heb doorgebracht, was ik blij toen ik vorige week hier in Ocotepec aankwam. Dit zou immers mijn thuis worden voor de komende maanden. Ik kreeg een kamer in het huis van de zusters en ik werd meteen deel van de gemeenschap. Net als elke zuster (en vrijwilliger, want er is hier nog een vrijwilligster van een andere stad uit Mexico) kreeg ik mijn taken binnen het huishouden en binnen de sociale werken die ze met hun gemeenschap verrichten. Eigenlijk is het systeem binnen het huishouden vrij simpel: ieder heeft een vaste plaats om elke dag te kuisen, je wast je eigen kleren aan de wasbak en er is een beurtrol om te koken. En de verschillende projecten die ze in Ocotepec uitvoeren zijn verdeeld onder de verschillende zusters: de een is directrice van de lagere school, de ander van de kleuterschool en nog een ander zorgt voor het internaat, verder er is ook een verantwoordelijke voor alles wat de jongerenprojecten aangaat en een ander voor het ontbijt- en winkelproject. Ikzelf sta elke dag op om 5u30 om te helpen om ontbijt klaar te maken voor 100 kinderen uit de omgeving. Nadat al deze monden gevoed zijn help ik ontbijt klaarmaken die we tijdens de speeltijd naar de school van de zusters brengen, om ook daar vele kindjes blij te maken. Vervolgens haasten we ons naar de winkel van de zusters waar we aan de armsten van het dorp eten en kleren verkopen onder de eigenlijke prijs. De kleren die we daar verkopen kan je vergelijken met wat jij soms in die groene containers bij de supermarkt gooit: het vaak niet meer waard om nog door een ander gedragen te worden. Maar voor 3 pessos (ongeveer 10 eurocent) zijn de mensen vaak al blij met iets ‘nieuws’. Het eten dat we verkopen wordt door de zusters deels gekocht in Tuxtla en deels geschonken door de wereldbank. Dit wordt ook verkocht aan belachelijk lage prijzen, zodat ieder toch weer (“heerlijke”) bonen op tafel kan zetten. Onze winkel sluit om 2u, waarna ik me haast naar het internaat om met de meisjes (ongeveer 20) te eten en de middag door te brengen. Samen met de Mexicaanse vrijwilligster helpen we de meisjes om hun huishoudtaakje te doen, hun kleren te wassen (je zou ze moeten zien, die kleintjes van 6 jaar), hun huiswerk te maken (je zou mij moeten zien, huiswerk Spaans dat ik zelf niet helemaal begrijp) en daarna een activiteit te doen zoals basketbal, borduren of ballet. Als we de meisjes tegen 20u in bed steken, is alles wat ik wil zelf ook gaan slapen.


Mijn taken hier zijn niet zo moeilijk, maar uiteindelijk is alles binnen deze andere context. Zo is het verschrikkelijk moeilijk om hier te plannen wat je gaat koken als ontbijt omdat al het eten meteen slecht wordt door de vochtige lucht. Ook is alles wat ik doe ’s ochtends en ’s avonds met een zaklamp aangezien er maar enkele uren per dag licht en elektriciteit is. En bij alles –pakweg even wegdromen in de kerk- voel ik me zo enorm bekeken omdat ik met kop en schouders boven iedereen uitsteek.


Het eerste moment dacht ik dat dit wel wat veel taken zouden zijn als ik ook nog eens een thesisonderzoek wil uitvoeren. Maar ik ben hier al helemaal op teruggekomen. Mijn taken zijn zo divers dat ik met alle verschillende groepen in contact kom: de werknemers van de zusters, de kinderen, de ouders… Ik leer elke dag heel veel Spaans bij en heb gesprekjes met iedereen dat ik tegenkom (langzaam leer ik ook wat Zoque, de oude indianentaal dat ze hier spreken, niet iedereen spreekt evengoed Spaans). Tussendoor heb ik al heel wat interessante gesprekken gehad dat ik kan gebruiken voor mijn thesis. Nadien schrijf ik vaak snel op wat ze me gezegd hebben, om weer verder te gaan met mijn programma. Binnen enkele weken schrap ik wat van mijn taken en kan ik me wat meer richten op specifieke interviews.


Wat betreft gsmverbinding is het hier afhankelijk van het weer. Eigenlijk is de verbinding beter als er meer regen is. Zelfs in mijn kamer heb ik soms verbinding. Niet dat ik er veel aan heb, want smsen zijn ongelofelijk duur. Maar ik kan dus wel iets ontvangen als jullie me iets willen laten weten . En internetverbinding is ook afhankelijk van het weer en of er op dat moment elektriciteit en signaal is. Ik loop dus af en toe eens langs de twee huizen waar er internetverbinding is om te horen of ik op een goed moment kom. Maar meestal ben ik afgesloten van de buitenwereld!


Er mag hier veel armoede zijn, ik vind het ook ongelofelijk boeiend om te zien hoe de mensen in iedere situatie toch hun plan trekken. Het is een verrijking om een andere cultuur zo diep te leren kennen, want nu ik hier alleen ben kan ik niet anders dan er volledig deel van worden (en niet als een toerist even op bezoek komen). En het is een plezier om met de kindjes te spelen, die met alles lachen en elke minuut dat je bij hen bent wat opener worden. Maar het is ook niet altijd makkelijk om hier altijd in een andere taal te moeten praten, nooit eens mama haar eten voorgeschoteld te krijgen en niemand rond me te hebben dat ik ken (en mij kent). Maar ik trek mijn plan en ben blij met de thuis dat de zusters me hier geven! Leven in een gemeenschap mag dan niet altijd makkelijk zijn, ik heb het wel getroffen met de openminded en humoristische zusters in dit huis.


Veel liefs



Loes


Vides

Brusselstraat 289 - 1702 Groot-Bijgaarden

0473 40 55 28

info@vides.be


BE36 7360 4182 8181   - KREDBEBB